Nu het weideseizoen ten einde loopt

Auteur – Sylvia van der Hoek, dierenarts

Nu het weideseizoen ten einde loopt, staan paarden weer vaker en langer op stal. In deze periode verandert het rantsoen van paarden en dit gaat gepaard met een verhoogd risico op bijvoorbeeld afwijkende mest of koliek. Dit risico kan verlaagd worden door deze rantsoenwijziging goed aan te pakken. Hieronder volgen een aantal tips.

  1. Iedere wijziging in het rantsoen van paarden moet geleidelijk gebeuren, om de vertering aan te passen en verteringsklachten te voorkomen. De overgangsperiode duurt 3-4 weken, waarin geleidelijk het aantal uren op de wei verminderd wordt. Voer op stal voldoende ruwvoer van goede kwaliteit. Wanneer je ook de hoeveelheid krachtvoer aan wilt passen, kun je ook het beste een overgangsperiode van 3-4 weken aanhouden.
  2. Op het weiland heeft het paard continu de mogelijkheid om te eten, zorg ervoor dat ook op stal regelmatig ruwvoer verstrekt wordt. Wanneer paarden langer dan 6 uur niet kunnen eten, is het risico op maagzweren of koliek veel groter. Controleer aan het einde van de avond of het paard voldoende ruwvoer heeft om de nacht door te komen en voer bij indien nodig.
  3. In deze overgangsperiode zijn er veel veranderingen die samen het risico op verstoppingen en droge mest verhogen. Bij paarden die op stal gaan wordt gezien dat de darmbewegingen minder frequent zijn, de verminderde lichaamsbeweging en andere eigenschappen van het voer kunnen hier aan bijdragen. Zorg ervoor dat je paard voldoende blijft bewegen, met name beweging op lage intensiteit zoals wandelen of in een stapmolen heeft een positief effect.
  4. Op het weiland krijgt het paard met het grazen relatief veel vocht binnen en word er minder water gedronken. Op stal zal het paard meer moeten drinken om voldoende vocht binnen te krijgen, zorg voor voldoende vers water. Bij een tekort aan vocht, kan de mest namelijk te veel indrogen en dit kan leiden tot verstopping.