De Body Condition Score (BCScheck)
Aan het uiterlijk van een paard kan je vaak al zien in wat voor conditie het paard verkeerd. Wanneer het paard te mager is, is het skelet goed zichtbaar. Bij overgewicht lijkt het paard overbouwd en krijgt veel rondere vormen. Door te kijken én te voelen, kunnen we beslissen of de Body Condition Score van het paard goed is.
Meer dan de helft van de paarden in Nederland heeft overgewicht. Obesitas komt niet alleen bij mensen, maar ook bij paarden voor. Aan ons, als eigenaar, de taak om de paarden op gewicht te houden. Maar hoe doe je dat? En waar let je op?
Te dik, te dun of op gewicht?
Een eerste stap naar een paard met gezonde gewichtsconditie kan de Body Condition Score (BCS) zijn. De BCS geeft aan of het paard te dik, te dun of op gewicht is. Op basis van de BCS uitslag kunnen vervolgstappen zoals rantsoen wijzigingen, de intensiteit van de training of weidegang veranderd worden. Bonpard raadt aan om dit altijd in overleg met een voedingsdeskundige of dierenarts te doen.
Beoordelen van de Body Condition Score
Door te kijken, te voelen en eventueel te meten kan de beoordeling van de Body Condition Score plaats vinden. We beoordelen de BCS op verschillende plekken, het gehele paard, de hals, de romp en het kruis. Dit zijn de voorkeurslocaties waar vetopslag plaats vindt en waar we deze kunnen zien en of voelen.
Je beoordeelt het gehele paard volgens een vast patroon, zo vergeet je geen onderdelen. Op basis van wat je ziet en voelt en aan de hand van de Body Condition Score kaart volgt je beoordeling.
Het kan even duren voor je dit goed onder de knie hebt, vooral het voelen vraagt enige ervaring. Door dit met regelmaat te doen en bij verschillende paarden, leer je gradaties te maken in de vetreserves.
Door het paard van een afstand te bekijken en een rondje erom heen te lopen om ook de achterkant van het paard goed te kunnen beoordelen, geeft dit je een eerste inzicht.
Kijken is niet voldoende
Om de BCS goed te kunnen beoordelen is het ook van belang om het paard op bepaalde plekken te voelen, je voelt hier naar de vetbedekking. Je moet hierbij het verschil voelen tussen vet en spier. Spieren zijn hard, vet is zacht. Tijdens het voelen maak je ook een gradatie, voel je veel, weinig of helemaal geen vetlaagje?
Vet verdeelt zich niet altijd geleidelijk. Dit betekend dat je op meerdere locaties dient te voelen om een goed beeld te kunnen schetsen.
De locaties die je beoordeelt tijdens het voelen:
- De nek
Maak van je hand een soort schuifmaat en plaats je hand over de nek. Zo kun je meten hoe breed de nek is en voel je naar de soepelheid van de nek. Een paard met een BCS van +1 of +2 heeft een dikkere nek welke minder soepel zal zijn. Dit kan overigens per paard en ras verschillen. Hengsten hebben bijvoorbeeld een stevigere dikkere nek dan merries of ruinen. Ook bij barokke rassen zien we vaak meer nekvet. Wel is het belangrijk dat het soepel aanvoelt. Voelt de nek hard en stijf aan, kan dit wijzen op insuline resistentie. Bij insulineresistentie zien we vaak ook een dikke harde manenkam. Meer informatie over insulineresistentie lees je hier. - De schoft
Van de nek gaan we door naar de schoft. We voelen de schoft met de vingertoppen. We voelen op en naast de schoft naar de vetbedekking. De schoft moet niet te hard aanvoelen, dan is het paard te mager op en bij de schoft. Bij een paard met overgewicht zie je dat de vetlaag verdeeld is over de schoft, waardoor er een lage brede schoft ontstaat. - Achter de elleboog
Achter de ellebogen voel je naar de vetreserve met je vingertoppen. De meeste paarden hebben hier een vetlaagje. Dit is acceptabel. Voel je geen vet? Dan is het paard te mager. Voel je een vetophoping en puilt deze uit? Dan heeft het paard overmatig vet op deze locatie. - De ribben
De ribben hebben we met het bekijken al beoordeeld, je mag de ribben niet zien. Als je de ribben wel ziet, is het paard te mager. Wanneer je ook de ruggengraat en wervels ziet, mist het paard hier ook bespiering en is het paard echt te mager.
De ribben mag je wel voelen. Dit is ook het geval bij ieder paard. Het is alleen afhankelijk van de hoeveelheid vet die je moet wegdrukken. Een paard heeft geen spieren op of tussen zijn ribben. Enkel huid. Een beetje vet op de ribben is niet erg, maar is de vetlaag al tussen de 1-2 cm, noemen we dit veel. - De lendenen
Een paard heeft 6 lendewervels, deze wervels liggen achter het zadel en voor de bekken. Het is het meest kwetsbare deel van de rug. De lendenen zijn (meestal) gespierd. Het is dus van belang dat je eerst voelt of het spier of vetmassa is. Voelen bij de lendenen doe je door te duwen met je met je vingers op de lendenen. Kleine verschillen zijn lastig te voelen op deze locatie. Dus leg de focus op het voelen of het hard of zacht aanvoelt. Spieren zijn hard, vet is zacht. Als je twijfelt of je vet of spier voelt, kun je dit navoelen bij de bilspier. Ook wel broekspier genoemd, dit is een duidelijk voelbare spier. - Naast de staartbasis
Het voelen naast en boven de staartbasis doe je weer met je vingertoppen. De staartbasis staat bekend als vetdepot. Wanneer het paard echt te mager is, ontstaan er holtes naast de staartbasis. Deze holtes zullen verdwijnen wanneer het paard weer zal aankomen, dan vullen ze zich met vet. Wanneer het paard overgewicht heeft, zijn deze holtes dusdanig gevuld dat ze uitpuilen. Dit is te zien naast en boven de staart.
Een paard met gezond gewicht, of toch niet?
- Een paard met gezond gewicht heeft goede verhoudingen. Je ziet een duidelijke overgang van de hals naar de schouders, de ribben zijn niet zichtbaar en het kruis is licht hellend, ook wel dakvormig genoemd. De Body Condition Score van het paard is 0. Je hoeft niks te veranderen aan het rantsoen of trainingen.
- Veel paarden in Nederland komen uit op een Body Condtition Score van +1. Probeer de reden van het aankomen te achterhalen. Dit kan bijvoorbeeld een blessure zijn of het weideseizoen dat weer begint. Als je de reden achterhaalt, is het makkelijker om het paard weer terug naar de 0 score te krijgen.
- Een klein beetje vetreserves zijn niet erg. Het is belangrijk dat je bewust bent van de eventuele gevolgen, vooral wanneer de BCS oploopt naar +2. Bij deze score dient er direct ingegrepen te worden. Elk paard met obesitas loopt het gevaar voor insulineresistentie. Meer over insulineresistentie lees je hier.
- Een Body Condition Score van -1 betekend dat je paard iets te mager is, achterhaal ook nu de oorzaak. Je kunt je paard eventueel meer ruwvoer gaan voeren, mocht je merken dat het paard afzakt naar een score van -2 is het advies om een dierenarts te raadplegen.
- Bij de score van -2 valt het ook echt op dat het paard te mager is. Meer informatie over een te mager paard lees je hier.
En nu jij! Meet de BCS bij jouw paard.
Het advies is om iedere 4 tot 5 weken de BCS van jouw paard te bekijken. Hoe vaker je het doet, hoe handiger je wordt. Wellicht mag je ook de paarden van je stalgenoten beoordelen. Hoe meer paarden je beoordeelt, hoe meer verschillen je gaat zien waardoor je de paarden na enige oefening echt goed kan inschatten.
Met de hashtag #BCScheck op Social Media kan je je Body Condition Score delen en andere enthousiasmeren om ook mee te doen. Zodat straks alle paarden in Nederland op een gezond gewicht zitten, omdat de paardeneigenaren precies weten waar ze op moeten letten, hoe fijn zal dat zijn?
Iris van Gullik, paardendierenarts en onderneemster doet ook mee met de #BCScheck.