Mijn paard heeft klachten door veroudering
Veroudering van paarden gaat gepaard met veranderingen in de vertering en de stofwisseling. Vermagering, koliek of mestveranderingen kunnen het gevolg zijn. Ook hoefbevangenheid kan hieruit voortkomen. Eén van de oorzaken is de slijtage van tanden en kiezen. Minder goed kauwen leidt tot proppen maken van ruwvoer, minder vertering van het voer en vermagering. Omdat oudere paarden kans hebben op het ontwikkelen van insulineresistentie, wel of niet gepaard gaande met PPID (Cushing), is het raadzaam de dierenarts het paard te laten onderzoeken. Vervolgens kan het rantsoen op maat worden afgestemd op de mogelijkheden en de behoeften van het paard.
Het oude paard
Na een jaar of 18 beginnen bij veel paarden de eerste tekenen van veroudering op te treden. Soms valt het pas een paar jaar later op, maar veel eigenaren herkennen het fenomeen dat het paard opeens in de winter meer bijgevoerd moet worden dan voorgaande jaren. En dat gaat elk jaar een beetje meer worden. Het verlies van conditie in de winter heeft gevolgen voor de gezondheid van het paard. Het betekent dat het paard minder voedingsstoffen uit het voer kan halen wat leidt tot te weinig energie opname, maar ook minder opname van eiwit en noodzakelijke voedingsstoffen. Dit leidt niet alleen tot het aanspreken van de vetreserves, maar ook tot spierafbraak en weerstandsvermindering. Op deze manier kan de gezondheidstoestand snel achteruit gaan en is het niet altijd makkelijk om dit in de zomer te herstellen. Nu hoort veroudering bij het leven, maar door het paard een rantsoen te geven dat speciaal voor deze situatie gemaakt is, is het goed mogelijk de conditie in de winter beter op peil te houden.
Voorkomen is beter dan genezen
Dit geldt vooral voor het verlies van bespiering. Bij oudere paarden is het verbeteren van de bespiering lastig. Meer eiwit voeren is zeker mogelijk, maar om de spiervezels te stimuleren is ook training nodig. En dat valt voor oudere paarden niet altijd mee. Het is dus vaak zo dat verloren spieren niet goed meer zijn te herstellen. Vandaar dat spierverlies voorkomen, door zolang mogelijk beweging te blijven geven en het paard van goede eiwitten te voorzien, van groot belang is.
Beoordeel de conditie van oudere paarden elke maand
Het kan snel gaan. Zo lijkt het paard in prima conditie en voor je weet zie je opeens de ribben. Zeker als je paard onder een deken staat en je niet dagelijks rijdt, kan je conditieverlies missen. Het is daarom goed om bijvoorbeeld elke 1e zaterdag van de maand de conditie bewust te beoordelen. Dit doe je door te voelen naar het vetlaagje onder de huid. In principe op een paar locaties op het lichaam, zoals in de nek, bij de schoft, op de ribben, op de lendenen en boven de staartaanhechting (lees hier meer over de Body Condition Score). Veranderingen kunnen zo klein zijn als een halve millimeter. En toch is het goed om zo subtiel te voelen dat je dit kan waarnemen. Als het vetlaagje nog meer dan voldoende is, hoef je misschien niet direct het rantsoen aan te passen bij een kleine vet-vermindering, het zegt wel dat het paard begonnen is aan zijn eigen reserves door een energietekort. En meestal betekent een tekort aan energie uit het rantsoen ook een tekort aan eiwit en mineralen en vitaminen.
De conditie gaat achteruit, wat nu?
Zodra je in de gaten hebt dat je paard in conditie achteruit gaat, is het verstandig de gezondheid te laten controleren. Bij oudere paarden ligt het voor de hand, dat veranderingen in het gebit de oorzaak zijn. Maar het kan natuurlijk ook te maken hebben met een worminfectie (die bij oudere paarden met verminderde weerstand weer vaker voorkomt). En als het gebit in orde lijkt, kan nog de kauwkracht de boosdoener zijn. Met als gevolg dat voer minder goed fijn vermalen wordt en daardoor minder goed verteerbaar is. Andere oorzaken van vermagering zijn stofwisselingsaandoeningen, zoals PPID en insulinedysregulatie. Laat dit testen door de dierenarts. Als je weet waarom je paard in conditie verandert kan je beter een passend rantsoen geven.
Ruwvoer voor oudere paarden
Vaak is het kauwen minder krachtig en dus minder functioneel. Vooral voor het ruwvoer is dit een nadeel. Met gras komt het paard er wel mee weg. Dat is zacht en makkelijk verteerbaar. Maar door de verandering in voer in het najaar komt dit gebrek nu aan het licht. Het kauwen op hooivezels vergt meer kracht. Als dit niet lukt, blijven de vezels langer bij het doorslikken. Langere vezels verteren minder goed. De voedingsstoffen uit het hooi komen minder ín het paard. Bij nog meer kauwproblemen zal het paard het hooi zelfs niet meer kunnen doorslikken en maakt hij hooiproppen die je terugvindt in de stal. Al met al heeft dit tot gevolg dat het paard op latere leeftijd een andere eis stelt aan het ruwvoer dan jonge paarden. Is voor de meeste paarden redelijk grof stengelig hooi een prima ruwvoer, het oudere paard is gebaat bij een veel zachtere en fijne hooikwaliteit.
Gebruik de mogelijkheden van het darmstelsel
Oudere paarden zijn niet altijd meer in staat om bijna alle energie via de fermentatie in de blinde- en dikke darm op te nemen. En omdat de ruwvoeropname minder wordt, is het logisch dat aanvullend voer nodig is om voldoende energie, eiwit, mineralen en vitaminen te geven. De vertering in de dunne darm levert energie in de vorm van glucose en vetten op, plus aminozuren uit de eiwitvertering. Glucose mag in beperkte mate, afhankelijk van het risico en de mate van insulineresistentie. Maar aanvullend voer met veel zetmeel&suikers is niet geschikt. Basis- of sportbrok valt dus af. Een klein aandeel goed verteerbare koolhydraten zijn wel mogelijk. Zoals graansoorten die goed zijn ontsloten (vlokken, geëxpandeerd voer of gepoft voer), maar ook pectinevezels uit appel- of bietenpulp en sojahullen. De pectine vezels stimuleren de fermentatie en kunnen bijdragen aan de afbraak van het hooi. Vetten zijn energierijk en leveren weinig gezondheid- of verteringsrisico’s. In de dunne darm is vet zeer goed verteerbaar, zolang je er rekening mee houdt, dat de hoeveelheid heel geleidelijk wordt opgebouwd.
Ondersteunende ingrediënten
Het verlies in conditie is het gevolg van een vermindering in de verteerbaarheid van het voer. Pectine vezels uit bietenpulp zijn een voorbeeld om de darmflora gezond te houden en beter te laten functioneren. Fructo-oligosacchariden (FOS) zijn ook snel fermenteerbare koolhydraten die een gunstige werking hebben op de darmflora. Levende gistcellen werken weer net anders en helpen om verzuring in de blinde- en dikke darm te voorkomen. Verzuring is een nadelig gevolg van bijvoorbeeld teveel doorstromend zetmeel uit de dunne darm naar de blinde darm. Dit kan leiden tot koliek of diarree. Oudere paarden hebben baat bij een wat aangepaste dosering van mineralen en vitaminen. Zo zijn zij minder goed in staat zelf vitamine C te maken. En help je het immuunsysteem met wat extra omega-3 vetzuren, vitamine A, E, zink en selenium.
Stappenplan
Niet elk paard dat de leeftijd heeft bereikt van 18 jaar moet direct overgezet worden op een speciaal seniorrantsoen. Het is de kunst je paard te monitoren en tijdig in stapjes het rantsoen aan te passen. Ruwvoer blijft het allerbelangrijkste voedermiddel dat paarden nodig hebben. De eerste stap is dan ook om ruwvoer te vinden die het paard wel goed verteren kan. Vermindert de conditie desondanks, dan kan Bonpard Senior in beperkte dosering gebruikt worden, naast het ruwvoer. Bonpard Senior heeft de juiste samenstelling met alle noodzakelijke ingrediënten voor een goede gezondheid van het ouder wordende paard. In de zomer kan het paard met gras makkelijker in conditie blijven. Het aanvullende voer kan je dan misschien weglaten. Let dan wel op om met Bonpard Forage een aanvulling met mineralen en vitaminen te geven. In het najaar schakel je weer geleidelijk over naar Bonpard Senior. Mogelijk dat het een paar jaar later niet meer lukt om met enkel gras het paard gezond te houden en blijf je Bonpard Senior ook in de zomer bijvoeren. En dan kan het ook zo zijn, dat in de winter het ruwvoer echt niet meer gekauwd wordt en het paard volledig afhankelijk is van het aanvullende voer. Dit kan, mits het paard het voer in vele porties verdeeld over de dag krijgt. Bonpard Senior is geschikt om als volledig voer te fungeren. Natuurlijk is een extra aanvulling met vezels fijn (ruwvoer vervanger), als het paard dit kan eten.
Wees voorbereid
Overleg bij de overgang van zomer naar winter met de dierenarts en controleer de gezondheid van je paard . Bespreek de noodzaak tot bijvoeren en de opties met Bonpard Senior. Als het paard ander ruwvoer nodig heeft dan de overige paarden, zal het management misschien aangepast moeten worden. In de groep heeft een senior vaak onvoldoende eettijd, zeker als gebruik wordt gemaakt van slowfeeders. Zet hem een aantal keren apart om rustig zijn portie voer op te kunnen weten. Nog meer dan voor jongere paarden is het in beweging blijven uitermate belangrijk. Rustige ritjes als dat kan en zet hem niet te lang op stal. Met goede zorg en speciale aandacht voor het rantsoen kan het paard, met een beetje geluk, gezond ouder worden.
Bonpard Senior is speciaal ontwikkeld ter compensatie van chronische insufficiëntie van de dunne darm en zeer geschikt voor het oudere vermagerende paard. Door de selectie van ingrediënten en de complete samenstelling levert dit het ideale dieet voor paarden die minder goed kunnen kauwen, zelfs als ze geen ruwvoer meer kunnen eten.
Gebruik Bonpard Senior om je paard in conditie én gezond te houden. Vraag ernaar bij je dierenarts!