Wat is insuline?
Een paard krijgt via voeding verschillende voedingsstoffen binnen, zoals suiker en zetmeel. Dit zit niet alleen in de krachtvoeding die wij geven, maar ook in het hooi, kuil en gras. Na het eten van een maaltijd stijgt de glucosewaarde in het bloed. De reactie van de alvleesklier is dan; insuline uitscheiden.
Wat is insulineresistentie of insulinedysregulatie?
Insulineresistentie, ook wel insulinedysregulatie genoemd, is een stofwisselingsprobleem bij paarden. De veranderingen gaan zeer geleidelijk en de vet- en spiercellen reageren pas als de insuline concentratie in het bloed te hoog is. Insulineresistentie is meestal het gevolg van obesitas.
Overgewicht bij paarden is in Nederland een groot probleem. Paarden met overgewicht lopen een groter risico op het ontwikkelen van insulineresistentie. De ophoping van het vetweefsel zorgt voor een ontstekingsreactie. De ontstekingscellen die hier vrij bij komen zijn de oorzaak van de insulineresistentie.
Rantsoen
Als het paard meer voeding krijgt dan het nodig heeft, zal het paard aankomen. Hierdoor zal overgewicht ontstaan. Meer over overgewicht kun je hier lezen. Een rantsoen met een hoog suiker- en zetmeelgehalte kan insulineresistentie ook activeren.
Risico op hoefbevangenheid
Insuline is een hormoon dat een regulerende rol speelt in vele processen. Langdurige afwijkingen in de insulinespiegels hebben nadelige gevolgen voor de gezondheid. Paarden met insulineresistentie hebben een verhoogd risico om hoefbevangen te raken. Hoefbevangenheid is een erg pijnlijk proces. In de acute fase is het paard plotseling kreupel, in een gevorderd stadium leunt het paard naar achter om de benen te ontlasten en ligt het paard veel. Al na 1 tot 2 dagen gaat het proces over in een chronisch stadium, in deze fase begint het hoefbeen los te raken van de hoefwand. Als vermoed wordt dat een paard aan hoefbevangenheid leidt, moet zo spoedig mogelijk een dierenarts ingeschakeld worden om blijvende schade aan de hoef te voorkomen/beperken.
Herkennen van insulineresistentie
Paarden met insulineresistentie herken je niet altijd direct. De volgende symptomen kunnen hierop duiden:
- Soms blijkt het pas bij plotselinge hoefbevangenheid.
- Meestal zijn de paarden met insulineresistentie te dik.*
- Vaak heeft het paard een dikke en harde manenkam.
- Afwijkende vetdepots op het lichaam.
- De energiestofwisseling is verstoord met als gevolg dat het paard weinig looplust heeft.
*Paarden met PPID hebben vaak geen overgewicht maar kunnen wel insuline resistent zijn.
Verdenking van insulineresistentie
Insulineresistentie is vast te stellen doormiddel van een bloedonderzoek. Laat de dierenarts onderzoek doen naar de Insulineresistentie. Daarna is het belangrijk dat de oorzaak bepaald wordt. Zodat er bepaald kan worden wat het paard aan voeding moet en kan hebben. Dit is niet voor elk paard met insulineresistentie gelijk.
Aanpak van het probleem
Als PPID de oorzaak van de insulineresistentie is, kan een medicinale behandeling dit grotendeels of helemaal verhelpen. In geval van obesitas zal de insulineresistentie verdwijnen bij het bereiken van het streefgewicht. Soms verdwijnt de insulineresistentie niet na vermagering (net zo min als de dikke nek). Paarden moeten dan blijvend een rantsoen met lage zetmeel- en suikergehalten krijgen. Dit geldt ook voor het suikergehalte in ruwvoer (let op, dit kan soms erg hoog zijn!).
De insulineresistentie doordat het paard op leeftijd is, verdwijnt natuurlijk niet meer. Seniorpaarden hebben een aangepast rantsoen nodig met weinig zetmeel en suikers. En door de veroudering zijn er nog meer eisen waar het rantsoen aan het voldoen, om het paard gezond te krijgen en te houden.